Beschrijving
De kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris) heeft een grijs-, leem- tot olijfkleurige rug en flanken. Zijn buik is geel tot oranje met donkere zwarte vlekken. Tussen de flanken en de buik loopt nog een lichte, wit tot zilverige band. De kleine watersalamander kan tot 11 cm groot worden en is dus niet de kleinste salamander in Nederland (vinpootsalamanders zijn nog kleiner).
Mannetjes ontwikkelen in de voortplantingstijd een kam op de rug. In de landfase zijn zowel de mannetjes als de vrouwtjes eenvormig bruin. De vrouwtjes, eieren en larven zijn moeilijk te onderscheiden van die van de vinpootsalamander.
Verspreiding en leefwijze
De kleine watersalamander is de meest algemene salamander in Nederland. Hij komt veel voor in sloten en poelen, mits deze niet te veel vis bevatten. De kleine watersalamander stelt weinig eisen aan zijn biotoop. Hij komt zowel voor in stadstuinen als in kleinschalige cultuurlandschappen en bos- en heidegebieden.
Het voortplantingsbiotoop bestaat uit allerlei soorten ondiep stilstaand en zwak stromend water. Het moet niet al te groot of beschaduwd zijn en wat onderwatervegetatie bevatten. De paartijd loopt vanaf eind maart tot juni, waarbij de piek in april en begin mei ligt. Het vrouwtje legt 100 tot 350 eieren die ze stuk voor stuk afzet aan waterplanten.
Bescherming
De kleine watersalamander heeft op de Rode lijst de status 'thans niet bedreigd’ (Staatscourant, 2009 cf. van Delft et al.,2007). Net als alle amfibieën is de soort wel beschermd volgens de Flora en Faunawet (tabel1). De kleine watersalamander is ook opgenomen als beschermde soort in bijlage 3 van de conventie van Bern.